Citroengras is een belangrijke smaakmaker in de Thaise en Vietnamese keuken. Maar de bladscheuten en de wortelstok worden ook traditioneel gebruikt in de Aziatische geneeskunde. Voor genezingsdoeleinden wordt er thee van bereid, die wordt toegediend als algemeen tonicum of bij pijnlijke maag-darmkrampen. De traditionele Indiase geneeskunde gebruikt ook citroengraspreparaten tegen diarree en cholera. In de hedendaagse Cubaanse geneeskunde wordt dit zoete gras gebruikt tegen hoge bloeddruk en een hoog cholesterolgehalte. De natuurgeneeskunde van onze streken gebruikt citroengrasolie vermengd met vette olie ook uitwendig om de bloedcirculatie te bevorderen bij zenuwpijn, spit, reuma en verstuikingen. Beoefenaars van aromatherapie waarderen ook het kalmerende effect van de fruitige geur.
Het meest waardevolle ingrediënt van citroengras is de essentiële olie, bekend als “citronella”, die ongeveer 80 procent citral en ongeveer 20 procent myrceen bevat. Citronella heeft brede bacteriedodende en schimmeldodende eigenschappen, verlicht pijn en werkt ook ontstekingsremmend. Naast het moderne gebruik bij paradontitis en schimmelziekten in de mondholte, worden mengsels van etherische oliën met het ingrediënt citronella ook toegepast om de lucht in ruimtes met een verhoogde kiemdichtheid te verbeteren.
De essentiële olie van citroengras heeft ook een bewezen afwerende werking op insecten en spinachtigen en is daarom een bestanddeel van veel afweermiddelen voor mens en dier. Zo wordt citronella in Afrika al lang met succes gebruikt om muggen af te weren die malaria tropica en slaapziekte overbrengen.
Modern kankeronderzoek houdt zich ook bezig met citronella-olie en de antioxiderende en mogelijk kankerremmende effecten ervan.