Tijm is een geneeskrachtige plant die al in de oudheid werd gewaardeerd en naar verluidt door de oude Egyptenaren werd gebruikt om de doden te balsemen. In de Middeleeuwen werd de geneeskrachtige werking van het kruid op de longen en de luchtwegen erkend.
Vandaag weten we dat de waardebepalende bestanddelen van tijm vooral essentiële oliën (thymol, carvacrol), bitterstoffen, tannines en flavonoïden zijn. De etherische oliën stimuleren de werking van het ciliaire epitheel in de luchtwegen, leiden tot een vloeibaarmaking van het slijm en bevorderen het ophoesten. Bovendien remmen thymol en carvacrol de groei van bacteriën, virussen en schimmels. De tannines in tijm ondersteunen de ontstekingsremmende werking en bevorderen de spijsvertering.